DE K VAN KERSTPAKKET

De dagen rond Kerst en Nieuwjaar bekruipt mij altijd de onbedwingbare lust om mijn keukenkastjes op te ruimen. En dan in het bijzonder de voorraadkast.

Weg met die blikken kreeftensoep houdbaar tot 2024. Weg met dat pak koffie van onbekende soort en merk waar zelfs geen houdbaarheidsdatum meer op staat. Weg met die kandijsuiker op stokjes (wie gebruikt dat ooit?). Weg met die ragoutbakjes (al ver over de THT trouwens) die bij gebrek aan blik ragout ook eeuwig in de voorraadkast zouden zijn blijven staan.

Waar komt dat toch vandaan? Die opruimwoede, bedoel ik. Gisteren viel dat kwartje toen ik de deur van de voorraadkast opentrok. En ik slechts peilloze leegte ontwaarde. Er viel niets op te ruimen.

Jarenlang (nee, zelfs twee decennia lang) werd mijn voorraadkast gevoed door het Kerstpakket. Het Kerstpakket dat mij tot 5 jaar geleden ieder jaar uitgereikt werd door de werkgever waar ik in vaste dienst was. En ik werk niet meer in vaste dienst – ik ben zelfstandige. En een zelfstandige krijgt geen Kerstpakket.

En dat Kerstpakket was voor mij altijd een soort overlevingspakket voor noodgevallen: met van die zaken die je zelden zelf koopt, eet of gebruikt. En dus in de voorraadkast verdwijnen. Voor tijden van ziekte of ander ongemak die een tocht naar de supermarkt onmogelijk maken.

En vanwege de beperkte afmetingen van mijn voorraadkast, betekende dit ieder jaar opruimen en weggooien vóór de verse Kerstpakket inhoud kon worden ingeruimd. Dat hoeft dus niet meer: geen nieuwe aanvoer = geen noodzaak tot opruimen.

Het einde van deze mini-Kersttraditie maakt mij toch wat weemoedig. En ik denk aan de betekenis van het Kerstpakket. Aan hoe je kon kiezen tussen een traditioneel pakket, een wijnpakket of een vegetarisch pakket. Aan hoe een vegetarisch pakket feitelijk het traditionele pakket was zonder het potje paté en de fles wijn (heel lang heb ik gedacht dat vegetariërs geen alcohol drinken). Aan het “ding” waarvan niemand wist wat het was of waar het voor diende, maar “het” zat in het Kerstpakket dus “het” zou wel “iets” zijn (en kon altijd nog als verjaardagscadeau voor de buurvrouw dienen).

En ik dacht aan de ophef die gepaard ging met de geruchten dat het Kerstpakket wellicht zou worden afgeschaft. Want te duur, te ingewikkeld met distributie, niet meer van deze tijd. “Wat?! Het Kerstpakket afschaffen?? Hoe durven ze!! Zijn ze helemaal gek geworden?! En ondertussen zichzelf vette bonussen geven!!”

“Ze” bleken verstandig en realiseerden zich op tijd dat het Kerstpakket valt in de categorie personeelsfeestjes: zaken die weliswaar een kostenpost zijn, maar waarvan de opbrengst uiteindelijk veel groter is dan de investering. Een opbrengst die niet ‘hard’ als omzet in de financiële cijfers is terug te vinden. Wel in de ‘zachte’ ongepubliceerde waarderingscijfers die werknemers geven aan hun werkgever.

Dus, de Bazen die overwegen om die onzinnige Kerstpakketten – die toch maar verdwijnen in voorraadkasten – af te schaffen wil ik bij deze herinneren aan hoe het geschreven staat in het Grote Handboek der Bazen, onder de K van Kerstpakket:

“Kerstpakket – dat wat de Baas ieder jaar rond Kerst en Nieuwjaar uitreikt aan zijn/haar medewerkers, waarvan niet zozeer de inhoud telt (hoewel misplaatste inhoud de intentie van het uitreiken weer geheel teniet kan doen) als wel de daad (intentie) van het geven zelf, en nooit en te nimmer afgeschaft dient te worden (tenzij faillissement dreigt)”

En in plaats van mijn keukenkastjes opruimen, ga ik nu bedenken welk Kerstpakket ik mijzelf dit jaar ga geven.

Fijne feestdagen en een ondernemend 2017 gewenst, in goede gezondheid en in goed gezelschap.

 

Fotografie via Shutterstock licentie