KNOCKOUT IN DE EERSTE RONDE

 

Als zelfstandig interimmanager en organisatieadviseur ben ik al snel in aanraking gekomen met het fenomeen van de marktplaatsen. En dan niet de marktplaats waar je overtollig meubilair of allerhande andere zaken kunt (ver)kopen. Nee, ik bedoel de marktplaatsen waar overheid (landelijk en gemeenten) en semi-overheidsorganisaties hun (interim) opdrachten aanbieden aan externen. Oftewel de openbare aanbesteding van opdrachten die uiteindelijk betaald worden met publieke gelden.

De voordelen van openbare aanbesteding lijken duidelijk. Transparantie voor opdrachtzoekers: de aanbestedende partij is verplicht alle opdrachten via de markplaats aan te bieden. En opdrachten worden dus niet onderhands via schimmige achterkamertjes netwerken gegund. Meer kansen dus voor een grotere groep goed gekwalificeerde opdrachtzoekers. En voor de aanbieder van opdrachten zicht op de beste prijs-kwaliteit verhouding van de ingekochte “waar”.

Maar hoe werkt dit nu in de praktijk? Kun je mensen inkopen zoals je toiletpapier inkoopt?

Allereerst de online platformen zelf. Het zijn er vooral veel. Heel erg veel. Op de website ZiPconomy staat een lijst van meer dan 200 marktplaatsen, voor het merendeel overheid en andere non profit. Iedere gemeente lijkt zijn eigen marktplaats te hebben. En ja, ieder platform vereist een eigen account (en wachtwoorden – wie zijn internetbeveiliging op orde wil hebben en unieke wachtwoorden wil gebruiken voor elk individueel account heeft het nodige te onthouden…). Niet bepaald handig voor de opdrachtzoeker. 

De platformen zijn vaak verre van gebruikersvriendelijk: onduidelijke navigatie en niet intuïtief in gebruik. Het indienen van een bieding is in de regel een tijdrovend karwei: veel vragenlijsten en niet altijd even duidelijke formulieren. 

Maar daar wil ik het verder niet over hebben, als de opdracht interessant genoeg is, en ik voldoe aan de criteria, ben ik best bereid mij door online formulieren heen te werken.

Het zijn die criteria die het volgende fenomeen aan het licht brengen: de knock-out. Zo zag ik laatst een voor mij in potentie interessante opdracht langskomen: verandermanager gezocht. Omschrijving van de opdracht leek helemaal te passen in mijn straatje en – belangrijk voor de opdrachtgever – bij mijn kennis en ervaring. Tot ik stuitte op de volgende eis: “een afgeronde veranderkundige opleiding op academisch niveau”. En die eis was spijkerhard: “…mocht dit niet het geval zijn, wordt de aanbieding direct afgewezen”. 

En dat betekende voor mij dus knock-out in de eerste ronde. 

“Ja” kan ik hier niet aanvinken, en dus zal het systeem mij meteen als kandidaat afwijzen.

Uiteraard worden ook in de niet-externe-inhuur wereld knock-out criteria in sollicitatieprocedures toegepast. Wel vraag ik mij af of als dit een reguliere “vaste baan” vacature was geweest een recruiter in mijn CV toch aanleiding zou hebben gezien om mij uit te nodigen? De marktplaatsen lijken hier een rigiditeit te hebben die misschien wel werkt voor toiletpapier, maar minder voor de inhuur van mensen?

Een ander, minstens zo interessant, onderdeel van de marktplaats biedingen is het uurtarief dat je als bieder indient. Het is immers een aanbesteding, hetgeen de opdrachtgever verplicht de opdracht te gunnen aan de aanbieder met het laagste tarief.

Soms wordt een indicatie van het maximumtarief gegeven. Eén keer kwam ik een minimum tarief tegen. Dat weer zo hoog lag dat mijn brein meteen complottheorieën begon te ontvouwen – ik vermoedde dat er toch via de achterkamertjes al een kandidaat was. Die niet via de verplichte openbare aanbesteding uit de markt geprezen mocht worden door lagere tariefbieders. 

Meestal echter heb ik geen idee van de tarieven die de competitie biedt (ja, ik weet het, dat is nu eenmaal hoe aanbestedingen werken). En dus is het onderdeel tarief-invullen altijd een “op hoop van zegen” onderdeel.

De uiteindelijke gunningen zijn – voor zover ik weet – niet openbaar. Naar de “winnende” tarieven is het dus gissen. Op één uitzondering na: na een voor mij mislukte bieding werd mij een percentage gecommuniceerd aan de hand waarvan ik het uurtarief van de winnende bieder kon berekenen: dat bleek te liggen op €45 per uur, inclusief reis- en overige onkosten. Voor een interim lijnmanagement functie met een verander opdracht.

Knock-out in de tweede ronde.

Ditmaal van verbazing over het “winnende” tarief. Met een dergelijk tarief kan en, belangrijker nog, wil ik niet concurreren. Ik ben geen toiletpapier. 

Een en ander roept bij mij wel vragen op. Hoe kijken de organisaties die op deze manier hun externen inhuren tegen de marktplaatsen aan? Hoe werkt dit voor hen? Krijgen zij op deze manier inderdaad de beste prijs-kwaliteit verhouding? Of liever gezegd, de beste mensen op de juiste plek?

En als er in de toekomst alleen maar meer via zelfstandige externen taak- en opdrachtgericht gewerkt gaat worden (de Argumentenfabriek heeft daar laatst interessante scenarios over gepubliceerd), is dit dan de ideale manier om mensen in te kopen? Zeker als je bedenkt dat het vaak niet eens om korte klussen gaat – regelmatig zie ik opdrachten van bijna een jaar langskomen. 

Het UWV leert de huidige werkzoekenden op de reguliere “vaste” banenmarkt – ook die van de overheid en semi-publieke organisaties – vooral hun netwerk in te schakelen. Want netwerken, dat is immers hoe je aan een baan komt. En ondertussen werft het UWV de eigen externen via een marktplaats. 

Ik doe tegenwoordig zelden nog mee aan biedingen via marktplaatsen, behalve als ik een leuk meubelstuk zie op die enige echte Marktplaats

Knock-out nog voor de eerste ronde überhaupt begonnen is.

Illustratie via Shutterstock licentie